Zoeken
Rectangle 157
Rectangle 158
Rectangle 156

151 Kruidenrijk grasland (extensief)

Kruidenrijke graslandpercelen zijn erg belangrijk voor onder meer weidevogels. De bloeiende kruiden trekken insecten aan, waardoor weidevogels hier hun voedsel kunnen vinden. Ook vormen ze door de late maaidatum een geschikt toevluchtsoord wanneer omliggend grasland wordt gemaaid. De kruiden komen van nature (niet ingezaaid) in grotere aantallen voor, verspreid over het hele perceel, de zode is open en divers van structuur door de vele kruiden met veel bloeistengels en weinig blad. Dit heeft ook als voordeel dat weidevogelkuikens zich goed kunnen voortbewegen in het grasland.

Instapeisen

  • Er zijn minimaal 15 inheemse soorten grassen en niet-veredelde kruiden aanwezig per 25 m2 (zie meetmethode kruidenrijkdom).
  • Uitsluitend hele percelen zijn toegestaan (niet alleen randen).

 Beheervoorschriften

  • Niet scheuren, spitten, ploegen, frezen, bloten of her-inzaaien.
  • Niet bemesten met kunstmest en drijfmest.
  • Bemesten met stalmest mag: maximaal 10 ton ruige stalmest per hectare per jaar.
  • Tijdens rustperiode van 1 april tot minimaal 15 juni geen bewerkingen en niet beweiden of maaien.
  • Extensieve voor- of najaarsbeweiding mag (maximaal 3 GVE / ha) (zie tabel hieronder).
  • Jaarlijks minimaal één keer maaien.
  • Chemische onkruidbestrijding alleen pleksgewijs (max 10% van de oppervlakte) voor haarden van probleemonkruiden, zoals akkerdistel, jacobskruiskruid, brandnetel, krulzuring en ridderzuring. Glyfosaat is niet toegestaan.

Advies

  • Voor een grotere kruidenrijkdom liefst terughoudend zijn in de bemesting.
  • Liefst 10% laten staan bij maaien of beweiding na 15 juni (dit geeft kruiden de kans om te bloeien en zo voedsel (nectar en stuifmeel) te produceren voor insecten). Ook bij de laatste snede in het jaar liefst 10% laten staan (dit biedt een overwinteringsplek voor insecten). Dit advies wordt in de toekomst mogelijk een beheervoorschrift.
  • Bij voorkeur van binnen naar buiten maaien (voor de fauna).
  • Het kruidenrijk grasland liefst kort de winter in laten gaan.

 

Omrekenpercentages van dieren in grootvee-eenheden (GVE)
Omschrijving GVE
Stieren, koeien en andere runderen ouder dan 2 jaar 1,0 GVE
Paardachtigen ouder dan 6 maanden 1,0 GVE
Runderen vanaf 6 maanden, maar niet ouder dan 2 jaar 0,6 GVE
Runderen jonger dan 6 maanden 0,4 GVE
Schapen, lammeren en geiten 0,15 GVE

 

Weging

1
Corresponderend
ANLb-pakket
5 a-l
Te combineren op hetzelfde perceel
met pakketcode BBM
107, 108
Te combineren op hetzelfde perceel
met pakketcode ANLb
7, 8, 54

Weging

1
Corresponderend
ANLb-pakket
5 a-l
Te combineren op hetzelfde perceel
met pakketcode BBM
107, 108
Te combineren op hetzelfde perceel
met pakketcode ANLb
7, 8, 54
Foto: BoerenNatuur