Zoeken
Rectangle 157
Rectangle 158
Rectangle 156

116 Vogelakker

In open akkergebieden dienen vogelakkers zowel in de zomer als de winter als foerageergebied voor akkervogels. Daarnaast functioneren ze als een broedhabitat, bijvoorbeeld voor patrijs, veldleeuwerik en gele kwikstaart.

Beheervoorschriften

  • Minimaal 90% van de oppervlakte bestaat tussen 1 juni en 31 december uit een van de volgende gewassen: granen (geen mais of graanstoppel), ingezaaide voor vogels interessante kruiden, eiwitgewassen (luzerne, rode klaver), groene braak, bladrammenas, soortenrijk grasland of een combinatie van deze soorten.
  • Niet beweiden van 1 juni t/m 15 november.
  • Jaarlijks maximaal 50% van het niet-beteelde deel (braak) maaien, en wel na 1 augustus. Maaien zorgt voor een afwisselende structuur van vegetatie.
  • De akker zodanig beheren dat stroken van minimaal 20 meter breedte ontstaan met graan, bloemen en/of kruiden.
  • Geen chemische onkruidbestrijding in het broedseizoen (1 mei tot 1 augustus).

Advies

  • Idealiter pas na 25 mei voor het eerst maaien, om de veldleeuwerik de kans te geven het eerste legsel groot te laten worden. Vervolgens liefst tussen twee maaibeurten 50 dagen tijd laten, om de veldleeuwerik de kans te geven voor een succesvol 2e (of 3e) legsel.
  • Bij voorkeur dit pakket voor meerdere jaren afsluiten, dat heeft voor biodiversiteit veel meer waarde.

Weging

1.6
Corresponderend
ANLb-pakket
16
Te combineren op hetzelfde perceel
met pakketcode BBM
107, 171
Te combineren op hetzelfde perceel
met pakketcode ANLb
39b, 39c

Weging

1.6
Corresponderend
ANLb-pakket
16
Te combineren op hetzelfde perceel
met pakketcode BBM
107, 171
Te combineren op hetzelfde perceel
met pakketcode ANLb
39b, 39c
Foto: Luuk Vermeer (Saxifraga)