Zoeken
Rectangle 158
Rectangle 157
Rectangle 156
Rectangle 158
Rectangle 157
Rectangle 156

Definities

Hieronder vindt u definities van termen die op de website worden gebruikt.

Klik op de term voor uitleg. 

Afzetten betekent dat bomen en struiken in een landschapselement tot 10-30 centimeter boven de grond worden afgezaagd. De bomen en struiken groeien uit zichzelf weer uit. Daarbij is het van belang dat er genoeg licht op de bodem valt om de stobben opnieuw te laten uitlopen. Dat betekent vaak een vrij drastische dunning. Daarbij kunt u enkele overstaanders laten staan.
Bokashi ontstaat bij het fermenteren van plantaardig materiaal zoals bermmaaisel en heideplagsel. Producenten voegen hier hulpstoffen aan toe zoals micro-organismen (‘Microferm’), zeeschelpenkalk en kleimineralen. U mag bokashi alleen als mest gebruiken als het gefermenteerd bermmaaisel, resten uit landbouw- of bosmateriaal of heideplagsel/natuurgras is. Het mag dus geen groente-, fruit of tuinafval zijn. Zie de RVO-website voor de actuele regelgeving.
Compost bestaat uit organische afvalstoffen. De afvalstoffen zijn met behulp van micro-organismen bijna tot vergane plantenresten (humus) afgebroken en omgezet tot een gelijkmatig en stabiel eindproduct. In compost zit geen dierlijke mest en het is niet verpompbaar. Zie de RVO-website voor de actuele regelgeving.
Een exoot is een soort die niet op eigen kracht, maar door toedoen van de mens in ons land voorkomt. Voorbeelden daarvan zijn: Japanse duizendknoop, reuzenberenklauw, halsbandparkiet, Amerikaanse rivierkreeft, Amerikaanse eik, muskusrat. Exoten kunnen negatieve gevolgen hebben voor de natuur. Ze hebben vaak geen of weinig natuurlijke vijanden en kunnen explosief groeien. Bijvoorbeeld Japanse duizendknoop verspreidt zich heel makkelijk, zowel langs wegen als via het water. De wortels van deze plant kunnen de fundering van huizen aantasten.
Flora of fauna is inheems in een bepaald gebied als de soort oorspronkelijk of sinds langere tijd (meestal sinds de laatste IJstijd) van nature in het gebied voorkomt of als die zich door toedoen van de mens heeft gevestigd voor 1500. Inheemse soorten kunnen spontaan weer terugkomen als hun leefgebied is hersteld. Inzaaien van flora is een noodoplossing, waarvoor dan het beste streekeigen zaad gebruikt kan worden, of in elk geval Nederlands zaad. Nederlandse insecten hebben namelijk het meeste baat bij inheemse soorten.
Een natuurvriendelijke oever (NVO) is een aaneengesloten oever langs een bestaande waterloop, in de vorm van plas- of drasberm of flauw talud (minimaal 1:3) met begroeiing van inheemse planten. De oeverbegroeiing bestaat uit plantensoorten van natte ruigten en natte graslanden.
Tekening natuurvriendelijke oever (NVO) © BoerenNatuur
Voor insecten zijn niet-veredelde kruiden het beste. Soms zijn planten namelijk zo veredeld dat ze nauwelijks meer nectar bevatten, dat de groeivorm een insect niet meer toelaat of dat de plant zo vroeg bloeit dat onze insecten nog niet actief zijn. Een voorbeeld is onze eigen rode klaver tegenover de veredelde incarnaatklaver.
Een overstaander is een boom die u laat staan bij het afzetten van uw landschapselement. Dat kan een markante boom zijn, een boom met holtes of nesten, of een bijzondere streekeigen soort.
Ruige mest is hetzelfde als vaste mest, met zichtbaar een substantiële hoeveelheid stro erin. Deze term wordt ook door RVO.nl gehanteerd.
Een storingssoort is een soort die de kans grijpt om zich te vestigen en vervolgens uit te breiden zoals jakobskruiskruid, akkerdistel, pitrus en zuring.
Streekeigen soorten zijn inheemse soorten die van nature in de omgeving voorkomen. Maar ook uitheemse soorten zoals de paardenkastanje, die in de omgeving vooral op erven en landgoederen al een lange toepassingshistorie hebben. Ze hebben het voordeel dat ze goed zullen groeien. Daarnaast bieden deze inheemse soorten voor flora en fauna de meeste schuil- en nestgelegenheid aan de streekgebonden vogels en insecten.