Instapeisen
- De minimale oppervlakte is 0,2 hectare. In het geval van randenbeheer zijn randen minimaal 3 meter breed (in westelijk veenweidegebied minimaal 2 meter breed).
- Het pakket mag niet rouleren en moet jaarlijks op hetzelfde perceel liggen, tot een maximum van 6 jaar, met de bedoeling de stap te maken naar extensief kruidenrijk grasland.
Beheervoorschriften
- Niet inzaaien en doorzaaien (met bijvoorbeeld gras(klaver)mengsel).
- Niet scheuren, spitten, ploegen of frezen.
- Geen mest of bagger opbrengen.
- Niet beweiden, met uitzondering van najaarsbeweiding (na 15 augustus) met per hectare.
- Jaarlijks minimaal 3 keer maaien en afvoeren, maar per maaibeurt minimaal 10% van de oppervlakte niet maaien (ook de laatste snede voor de winter). De ligging van het niet-gemaaide deel mag per maaibeurt rouleren.
- Aanwezige nesten en/of kuikens beschermen door ze te ontzien van alle landbouwkundige bewerkingen:
- aantoonbaar zoeken naar de nesten (nestregistratie aanwezig)
- tenminste minimaal 50 m2 rondom gevonden nesten niet maaien
- alleen overdag bij voldoende daglicht maaien
- Chemische onkruidbestrijding alleen pleksgewijs (max 10% van de oppervlakte) voor haarden van probleemonkruiden, zoals akkerdistel, jacobskruiskruid, brandnetel, krulzuring en ridderzuring. Glyfosaat is niet toegestaan.
Advies
- De eerste keer maaien liefst voor de bloei van dominante grassen, tenzij er broedende vogels aanwezig zijn. Het optimale moment voor de eerste snede hangt af van de uitgangssituatie van het perceel. Bestaat de grasmat hoofdzakelijk uit grassen met een glanzend blad, dan liefst maaien in de eerste helft van mei. Bestaat de grasmat voor een belangrijk deel uit witbol en/of grote vossenstaart, dan liefst maaien in de tweede helft van mei.