119 Kruidenrijke akkerrand
Instapeis Een kruidenrijke akkerrand is minimaal 6 meter Voor onderbouwing zie rapport Breeding Bird Response to Field Border Presence and Width. De rand ligt langs een akker. De minimale oppervlakte is 0,2 hectare. Beheervoorschriften Minimaal 90% van de oppervlakte van 1 juni tot 15 augustus betelen met een van de volgende gewassen: gras, graan (geen […]
118 Kruidenrijke akker
Beheervoorschriften Minimaal 90% van de oppervlakte van 15 mei tot 15 juli betelen met graan (geen mais), ingezaaide kruiden of een combinatie van deze soorten. Geen zaaizaad gebruiken dat behandeld is met insecticiden, dit geldt voor zowel het graan als de kruiden. Geen bemesting met kunstmest. Geen chemische onkruidbestrijding tussen 1 mei en 1 augustus. […]
117 Biodivers inheems bouwland
Beheervoorschriften Minimaal 90% van de oppervlakte van 1 juni tot 31 december betelen met een van de volgende gewassen of teelten: granen (geen mais of graanstoppel), luzerne, bladrammenas, ingezaaide kruiden of een combinatie van deze soorten. Niet beweiden van 1 juni t/m 31 december. Niet dieper dan 25 cm grond bewerken. Mechanische bestrijding van plaagonkruiden […]
116 Vogelakker
Beheervoorschriften Minimaal 90% van de oppervlakte bestaat tussen 1 juni en 31 december uit een van de volgende gewassen: granen (geen mais of graanstoppel), ingezaaide voor vogels interessante kruiden, eiwitgewassen (luzerne, rode klaver), groene braak, bladrammenas, soortenrijk grasland of een combinatie van deze soorten. Niet beweiden van 1 juni t/m 15 november. Jaarlijks maximaal 50% […]
115 Wintervoedselakker
Beheervoorschriften Minimaal 90% van de oppervlakte bestaat uit zomergraan, wintergraan, bladrammenas, ingezaaide kruiden of een combinatie van deze soorten. Rustperiode in acht nemen van 1 oktober tot 15 maart. In deze periode geen landbouwkundige werkzaamheden inclusief chemische onkruidbestrijding en bemesting van het perceel. Advies Liefst tijdig inzaaien (uiterlijk 31 augustus), zodat er een zaaddragend gewas […]
114 Stoppelland
Beheervoorschriften Minimaal 90% van de oppervlakte bestaat minimaal van 1 november tot 1 maart uit graanstoppels (niet zijnde mais) of oogstresten zoals suikerbieten, winterwortel, witlof of pastinaak. Gedurende de aanwezigheid van gewasresten of graanstoppels (1 november tot 1 maart) een rustperiode aanhouden: in deze rustperiode geen landbouwkundige bewerkingen , en ook geenchemische onkruidbestrijding.