Als je dit BBM-pakket afsluit, kies je er vrijwillig voor om minder dan de maximale toegestane hoeveelheid mest op te brengen. De wettelijke mestplaatsingsruimte over het geheel van het bedrijf blijft dus behouden. Belangrijk: de mestwetgeving is ten alle tijden leidend. Dus als er op het perceel ook andere regels gelden, bijvoorbeeld vanuit derogatie, GLMC of de eco-regeling, dan is dat altijd leidend.
Beheervoorschriften
- Minimaal 10 ton / hectare organische stof (maaisel, riet, stro, Bokashi of compost) opbrengen.
- Chemische onkruidbestrijding alleen pleksgewijs (max. 10% van de oppervlakte) voor haarden van probleemonkruiden, zoals akkerdistel, jacobskruiskruid, brandnetel, krulzuring en ridderzuring. Glyfosaat is niet toegestaan.
- Maaisel, stro alleen in het najaar in één keer opbrengen na oogst van de teelt. Bokashi of compost eventueel ook in het voorjaar opbrengen. Opbrengen conform wet- en regelgeving.
Advies
- De organische stof licht onderwerken (niet diep ploegen) (bouwland).
- Dien niet overmatig meststoffen toe: dit leidt tot minder diverse gras- en kruidensoorten (grasland).
Meldingsplicht
Na het opbrengen van de gewasresten dit binnen vijf werkdagen melden. U meldt de werkzaamheden bij de beloner, tenzij de beloner heeft aangegeven dat u de werkzaamheden bij een andere partij moet melden. Deze partij kan, indien nodig, komen controleren of u de werkzaamheden juist heeft uitgevoerd.